Waar is het Limburgs volkslied ontstaan? Bij welk bronsgroen eikenhout en beekje stond de auteur Gerard Krekelberg? Het was pal op de grens van Belgisch en Nederlands-Limburg, met name in Kessenich in de schaduw van kasteel Borgitter. Het plekje valt sinds donderdag 6 juli iets meer op door een landmark / kunstwerk, gerealiseerd in samenwerking met Mosa-RT.
Waar in ’t bronsgroen eikenhout, ’t nachtegaaltje zingt.
Over ’t malse korenveld, ’t lied des leeuweriks klinkt.
Waar de hoorn des herders schalt, langs des beekjes boord…
Het bronsgroen eikenhout en de beekjes boord, dat was aan kasteel Borgitter in Kessenich waar Gerard Krekelberg de inspiratie vond voor het Limburgs volkslied dat hij in 1909 op papier zette. Daar moeten we iets mee doen, dacht titelvoerend burgemeester Jo Brouns voordat hij minister werd. Schepen van cultuur Mark Hoedemakers volgde het verder op… Vandaag – donderdag 6 juli 2023 – onthulde de gemeente Kinrooi een kunstwerk ter ere van het Limburgs volkslied ter hoogte van kasteel Borgitter (Lakerweg). Op die manier is er een landmark / blijvende herinnering aan het ontstaan van het Limburgs volkslied.
Burgemeester Wim Rutten: “Zoals Limburg is er maar één, doch het bestaat officieel in tweevoud. De Grensmaas mag dan wel een fysieke grens zijn tussen Nederland en België, maar het is vaker een verbindende factor dan een barrière. We delen een dialect in tal van kleuren, we delen onze typische gebruiken, we delen onze natuur, we delen voorliefde voor lekker eten en drinken, we delen… een gevoel. En we delen een heus volkslied. Het Limburgs volkslied werd rond 1890 geschreven door de in Neeritter geboren Gerard Krekelberg en had oorspronkelijk als titel ‘Limburg mijn vaderland’. De inspiratie voor zijn gedicht vond hij onder andere bij de eikendreven rondom kasteel Borgitter die er al eeuwenlang stonden. Jammer genoeg werden deze eiken in 1948 grotendeels gekapt. We mogen fier zijn op dit grensoverschrijdend erfgoed. Die trots wordt vanaf vandaag ook fysiek belichaamt door een prachtig kunstwerk op de plaats waar Krekelberg destijds (deels) de mosterd haalde.”
Mark Hoedemakers, schepen van cultuur: “Ontwerper Paul Carton, leerkrachten en leerlingen – nota bene uit beide Limburgen – van Mosa-RT brachten op vraag van gemeente Kinrooi het idee tot leven. Uit cortenstaal en eikenhout vervaardigden ze zitbanken in de vorm van muzieknoten en een gigantische notenbalk met de aanzet van dat bijzondere lied. De mannen van de technische dienst verankerden de banken en hesen de notenbalk hoog in de mastondonten naast de beek. Als je straks langs deze prachtige plek passeert, er halt houdt om even te uchteren of te genieten van het uitzicht, begint het vast te kriebelen. Hou je dan vooral niet in en neurie, fluit of zing: “Daar is mijn vaderland, Limburgs dierbaar oord!”
Vlakbij het kunstwerk is ook een infobord onthuld. Via de QR-code kom je terecht bij een mooie uitvoering van het Limburgs volkslied door Maarten Cox. Meezingen uit volle borst is mogelijk want ook de tekst staat op het bord afgedrukt. Passanten – het kunstwerk ligt vlakbij knooppunt 20 van het fietsroutenetwerk – kunnen even halt houden bij dit stukje Limburgse geschiedenis en sinds kort ook lokale kunst ter ere van het Limburgs volkslied.